trombone

De trombone is een koperen blaasinstrument. De buis van de trombone is vergeleken met de trompet langer, het mondstuk is groter en de beker is wijder. Het instrument kan daardoor lager spelen. 
De verschillende tonen ontstaan door het in- en uitschuiven van de buis. Elke stand van de buis (er zijn er zeven) noemt men een positie. Het glijden van de ene naar de andere toon heet glissando.

 Hier kun je een glissando horen: eerst van hoog naar laag en daarna andersom:   

In een symfonie-orkest spelen meestal drie trombones mee. Er bestaan ook ventieltrombones, die voor heel snelle passages gebruikt worden. 
Het woord trombone betekent "grote trompet". Het geluid wordt geproduceerd door het vibreren van de lippen van de speler tegen het mondstuk aan.

 


 

FAMILIE: Koperen blaasinstrumenten.
NAAM BESPELER: Trombonist(e)
TOONOMVANG: 2 1/2 oktaaf.
MATERIAAL: Koper
GROOTTE: 2,7 meter.
AFKOMST: De trombone verscheen voor het eerst op het toneel in Europa in de 15e eeuw (toen "sackbut" genoemd in het Engels) en heeft sindsdien zijn eenvoudige basismodel behouden.
CLASSIFICATIE: Hij behoort tot de groep a�rofonen (dit zijn instrumenten die geluid produceren door een luchtzuil in trilling te brengen).

 


Maak jouw eigen website met JouwWeb