synthesizer

 

Geschiedenis [bewerken]

De eerste elektrische synthesizer werd in 1876 uitgevonden door Elisha Gray, die beter bekend is als een van de uitvinders van de telefoon. De Novaschord van Hammond was een vroege introductie van synthesizertechnologie in de jaren dertig, maar niet erg succesvol. Robert Moog bracht de eerste commercieel verkrijgbare synthesizer uit in de jaren zestig. In de jaren zeventig werden synthesizers kleiner en zelfs draagbaar dankzij de miniaturisatie in de elektronica. Begin jaren tachtigwaren er compacte synthesizers op de markt die betaalbaar waren en de ontwikkeling van de Musical Instrument Digital Interface (MIDI) maakte het eenvoudiger om synthesizers en andere instrumenten te integreren en te koppelen. Vanaf 1990 waren ze beschikbaar in de vorm van computersoftware.[bron?]

De synthesizer had een belangrijke invloed op de muziek. Micky Dolenz van The Monkees kocht een van de eerste Moog-synthesizers. De band bracht als eerste in 1967 een album uit waarop een Moog te horen was: Pisces, Aquarius, Capricorn & Jones Ltd.. Het haalde nummer 1 in de hitlijsten. Het album Switched-On Bach (1968) van Walter Carlos was opgenomen met Moog-synthesizers en had een grote invloed op de muzikanten van die tijd. Het is een van de meest verkochte albums met klassieke muziek ooit.[bron?]

De Moog was ook te horen op Abbey Road van The Beatles en Bridge over Troubled Water van Simon and Garfunkel in 1969, en vele andere albums volgden. Albums met elektronische muziek van Beaver and KrauseTonto's Expanding Head Band,The United States of America en White Noise werden cult-objecten en progressieve rock-muzikanten zoals Richard Wright van Pink Floyd en Rick Wakeman van Yes gingen aan de slag met draagbare synthesizers. Andere vroege gebruikers warenEmerson, Lake & PalmerPete Townshend en Arthur Brown.

In de jaren '70 waren er succesrijke albums van Jean Michel Jarre en Vangelis . De stijl synthpop, een subgenre van New Wave, was grotendeels te danken aan synthesizertechnologie. Duitse bands zoals Kraftwerk en Tangerine Dream leverden baanbrekend werk. "Enola Gay" (1980) van OMD gebruikte opmerkelijke elektronische percussie en een gesynthetiseerde melodie. Hits waren Tainted Love van Soft Cell, "Just Can't Get Enough" van Depeche Mode (1981) en "Are 'Friends' Electric?" van Gary Numan (1979). Andere synthpop-bands waren VisageJapanUltravoxSpandau BalletCulture ClubEurythmics en Blancmange.

Synthesevormen [bewerken]

Er zijn verschillende manieren van klankopwekking (synthesemodellen), elk met eigen klankeigenschappen:

Veel moderne synthesizers gebruiken meerdere synthesevormen tegelijk om een groter klankpalet te kunnen genereren.

Gitaarsynthesizer [bewerken]

Vooral in het begin van de jaren '80 waren gitaarsynthesizers erg populair. Ze werden o.a. gebruikt door Andy Summers van de groep The PoliceJan AkkermanAllan Holdsworth, maar ook in de heavymetal-scene, bijvoorbeeld op het album Turbo van Judas Priest. Tegenwoordig worden ze niet zo veel meer gebruikt mede omdat ze vrij onhandig zijn. Met één hand moet de gitaararm worden vastgehouden en het synthesizergedeelte moet met de andere hand bespeeld worden. Erg lastig als men snel weer moet overschakelen op een elektrische gitaar, vooral live tijdens een nummer. Tegenwoordig zijn er modernere technieken.[bron?]

Modulaire bouw [bewerken]

Bij de komst van de synthesizer was aanvankelijk alleen subtractieve synthese mogelijk. Later werden andere vormen van synthese geïntroduceerd. Echter, de meeste soorten synthese maken gebruik van dezelfde elementen:

Synthesemodellen verschillen van elkaar door welke elementen aanwezig zijn en hoe ze elkaar beïnvloeden.

Er kwamen veel synthesizers op de markt waarbij de koppeling van de verschillende elementen al vast lag. Het signaal dat van de oscillatoren afkomstig is gaat dan eerst door een filter, waarna het naar de versterker gestuurd wordt. Het uitgangsniveau van deze versterker alsmede de cutoff-frequentie van het filter worden gemoduleerd door een omhullende (of twee afzonderlijke). Dit heet subtractieve synthese. Een van de eerste en bekendste synthesizer van dit soort is de Minimoog.

Bij modulaire synthesizers zoals de ARP 2600 zijn de elementen aanwezig, maar de gebruiker dient zelf de koppelingen te maken. De mogelijkheden zijn hierbij uitgebreider dan bij een synthesizer waarbij de koppelingen al gelegd zijn. In principe kan dan iedere module een eigenschap van een andere beïnvloeden (moduleren). Zo kan het signaal van een oscillator gekoppeld worden aan de amplitude of frequentie van een andere. Dit heet respectievelijk ringmodulatie en frequentiemodulatie (FM). Veel recent ontworpen digitale subtractieve synthesizers zijn uitgerust met een modulatiematrix. Hiermee kan allerlei signaalbronnen aan allerlei elementparameters koppelen. Dit maakt een dergelijke synthesizer meer modulair.

Door de opkomst van geïntegreerde schakelingen en digitale techniek in plaats van analoge techniek konden synthesizers kleiner worden gemaakt. Daardoor werd het praktisch gemakkelijker en goedkoper om synthesemethodes als additieve syntheseFM-synthese en physical modelling te bewerkstelligen. Dit maakte de Yamaha DX7, een van de eerste FM-synthesizers, een succes.

De implementatie van tal van golfvormen naast de gangbare en de mogelijkheid om hiertussen te morphen leidde tot wavetable-synthese. In plaats van een enkele golfvorm kan ook een geluidsfragment (sample) gebruikt worden als primaire geluidsbron. Geluidsfragmenten van echte instrumenten kunnen dan muzikaal bespeeld worden, waardoor de simulatie van een instrument veel realistischer wordt. In dit geval spreekt men liever van een samplerKeyboards en digitale piano's maken gebruik van samples die in een ROM zijn vastgelegd. Een analoge voorloper van de sampler is de Mellotron. Physical modelling kan ook voor realistische klanken zorgen.

De analoge synthesizer (of de digitale nabootsing ervan, de 'Virtual Analog', VA)) is nog steeds erg populair vanwege zijn unieke geluid. Veel moderne synthesizers maken gebruik van meerdere vormen van klankopwekking tegelijk. Soms kan een externe geluidsbron (bijvoorbeeld het signaal van een microfoon) als geluidsbron worden gebruikt. Dit vindt onder andere zijn toepassing in vocoders. Digitale synthesizers moeten daarvoor uitgerust zijn met een AD-converter.

MIDI [bewerken]

Met de introductie van MIDI in 1983 was men niet meer genoodzaakt om slechts het ingebouwde klavier te gebruiken. Synthesizers die van MIDI-aansluitingen waren voorzien konden ook via MIDI aangestuurd worden. Dit resulteerde in de komst van modules: synthesizers die niet over een klavier beschikken, maar die door MIDI bestuurd worden.

Ook werd het hierdoor mogelijk om een master keyboard te gebruiken: een apparaat dat alleen een klavier en MIDI-aansluitingen bevat. Omdat een goed klavier relatief duur is, kan op deze manier worden bespaard bij het gebruik van meerdere synthesizers.Een ander belangrijk voordeel van MIDI is dat bijna alle geluidsparameters van synthesizers geautomatiseerd kunnen worden via onder andere

Maak jouw eigen website met JouwWeb