piccolo

Piccolo is een Italiaans woord en betekent "klein". De Piccolo is het kleinste instrument van de fluit-familie. 
Hij is half zo groot als de dwarsfluit en de klank is een oktaaf (8 tonen) hoger. 
De buis is conisch en gemaakt van hout of metaal en heeft hetzelfde kleppenmechanisme als de dwarsfluit. 
De piccolo wordt bespeeld door over het mondstuk heen te blazen. Zo ontstaat een toon.
Kleppen zorgen ervoor dat de gaten, die in de buis van het instrument zijn geboord, afgesloten kunnen worden. Door het indrukken of loslaten van deze kleppen, kun je op dit instrument tonen maken. 
Het instrument heeft een helder geluid en is komt boven alle andere orkestinstrumenten uit. De hoogste toon is gelijk aan die van de vleugel.

 


FAMILIE: Houten blaasinstrumenten.
NAAM BESPELER: Fluitist(e).
TOONOMVANG: 2 1/2 octaaf.
MATERIAAL: Metaal of hout.
GROOTTE: 33 cm.
AFKOMST: Houten fluiten werden al in de Middeleeuwen gebruikt, als militaire instrumenten. De piccolo kwam pas voor in het orkest vanaf eind 18e eeuw. Het mechanisme van de piccolo ontwikkelde zich gelijktijdig met die van de dwarsfluit.
CLASSIFICATIE: Hij behoort tot de groep a�rofonen (dit zijn instrumenten die geluid produceren door een luchtzuil in trilling te brengen).